RESILIO - Buurtbewoner Sylvia

Sylvia, bewoner Oosterparkbuurt

Maak kennis met de Amsterdamse Sylvia Pennings (29). Als dochter van een bloembollenkweker groeide ze op tussen de tulpen en de hyacinten. Zo’n 4 jaar geleden verruilde ze haar dorpse, Noordwijkerhoutse bestaan voor het Amsterdamse stadsleven. Ze verhuisde van Amsterdam-Oost naar de Indische Buurt en de Utrechtsestraat en weer terug naar Oud-Oost. En daar voelt ze zich thuis. Soms voelt het alsof ze Noordwijkerhout nooit achterliet. “Oost voelt als een dorpje in de grote stad. De rust, de mensen, die zeggen hier nog hoi tegen elkaar op straat. Daar houd ik gewoon van, net als in Noordwijkerhout.”

Geen bollen maar bomen in ‘de achtertuin’
Zo’n 1,5 jaar woont Sylvia nu in de Oosterparkbuurt. Ze woont samen met huisgenoten in een woning van een oude diamanthandelaar. “In Oost is het gezellig en multicultureel, met heel veel lekkere restaurantjes. Ik heb laatst superlekker Turks gegeten. En ik heb het Oosterpark als achtertuin, heerlijk om daar te wandelen.” In haar jeugd bestond haar achtertuin vooral uit lange rijen tulpenvelden. Haar vader runt bloembollenbedrijf W.A.M. Pennings en is altijd op zoek geweest naar hoe hij het bedrijf kon verduurzamen, vertelt ze. “Hij teelt ‘PlanetProof’, dat betekent onder andere dat hij geen bestrijdingsmiddelen gebruikt. Ik vind dat heel mooi dat hij daar zo mee bezig is. Hij is altijd op zoek naar vernieuwende oplossingen.”

“Aanstaande zaterdag gaan we hier met de hele buurt bloembakken opknappen. Dat wordt georganiseerd door een aantal buurtbewoners. Met de buren hebben we best wat appcontact, ik vind het een hele betrokken buurt.”

Bloembakken opknappen in de buurt
Groene vingers heeft ze zelf niet echt vertelt ze, maar ze vindt het – net als haar vader – wel leuk om met bloemen en planten bezig te zijn. Zo af en toe gaat ze met buurtbewoners aan de slag: “Aanstaande zaterdag gaan we hier met de hele buurt bloembakken opknappen. We kregen een brief in de buurt of we konden helpen, nou, dat leek me wel leuk. Dat wordt georganiseerd door een aantal buurtbewoners. Met de buren hebben we best wat appcontact, ik vind het een hele betrokken buurt.” Al pratend wijst ze het groen aan in het huis en op het dakterras: “Overal staan wel planten. Hier heb je de tomatenplantjes, hier wat vetplanten. Mijn huisgenoten zijn ook altijd met groen en het milieu bezig. Het is alleen zo jammer dat het groen op het terras zo snel verpietert, het kan hier zó ontzettend heet worden. We geven ze zoveel water in droge periodes, maar het helpt niet. Daarom staat hier ook wat nepgroen haha, dan hebben we toch nog mooi uitzicht.”

“Dat zou gaaf zijn als ik het blauw-groene dak vanaf hier zou kunnen zien! Dan heb ik tenminste nog wat kleur om naar uit te kijken. Het uitzicht hier is heel grijs en kaal, het kan veel groener.”

Kaal en grijs uitzicht vanaf het dakterras
Uitzicht vanaf het dakterras heeft Sylvia zeker. Jammer genoeg ziet ze wel veel grijs, vindt ze. “Je kijkt uit op FLOOR, het Student Hotel, en kijk, daar heb je de Nederlandse Bank en het OLVG” wijst ze aan. “Jammer genoeg is het heel grijs en kaal, het kan veel groener, we kijken uit op zoveel daken. Dat zou er echt tof uit gaan zien.” Als Sylvia op haar tafel gaat staan zou ze misschien nét de blauw-groene daken van Stadgenoot kunnen zien, 2 straten verderop. “Dat zou gaaf zijn! Dan heb ik tenminste nog wat kleur om naar uit te kijken, haha.” Ook op de Wibautstraat zou ze wel wat meer groen willen zien. Goed nieuws: in het kader van het project Knowledge Mile, wordt de hele Wibautstraat tot aan de IJ-tunnel vergroend. Rooftop Revolution (partner binnen RESILIO) werkt hieraan mee.

“Het is een topplek, maar soms zo warm. Ik zou heel graag een groen of een blauw-groen dak willen. Als het 2 of 3 graden scheelt, zou dat al zoveel uitmaken!”

Meer groen tegen de zomerse hitte
Als we het hebben over wateroverlast of hitte, kaart Sylvia meteen het hitteprobleem aan op de bovenste verdiepingen van haar woning. “Dit dak hier wordt mega heet in de zomer. We hebben hele hoge ramen en er staat altijd zon op. We zetten dan de deuren tegenover elkaar open dat het een beetje doortocht. Het is een topplek, maar soms zo warm. Ik zou heel graag een groen of een blauw-groen dak willen. Als het twee of drie graden scheelt, zou dat al zoveel uitmaken!”

Op de vraag of Sylvia ooit de bloembakken weer omruilt voor de bollenvelden, zegt ze: “Voorlopig ga ik nog niet weg uit Amsterdam. Ik zit wel lekker hier.” Ze wil eerst nog wel een groener uitzicht meemaken, voordat ze vertrekt uit ‘haar dorp’ in Amsterdam-Oost.