Elhoussaine, bewoner Indische Buurt
Ontmoet Elhoussaine, 43 jaar. Hij is jongerenwijkcoach in de Indische Buurt en werkt voor stichting StreetsmArt in opdracht van de gemeente. “Ik doe best veel, ik werk voornamelijk met jongeren tussen de 16 en 32 jaar. Ik zoek naar dingen die ze kunnen doen in de wijk, eigenlijk ben ik een soort preventie- of interventiewerker. Ik help ze in de groei van hun eigen identiteit, hun zelfbeeld, hun geloof in eigen kunnen en ook het ontwikkelen van regie. Zo stimuleer ik de jongeren om daadwerkelijk aan de slag te gaan en help ze met hun financiën, school en werk en vaak later ook met hun (geestelijke) gezondheid. Dat probeer ik samen met ze aan te gaan en op te lossen.”
“Je vindt me overal: in de bruine kroeg, het Surinaamse café, de hippe tent. Ik ga naar de Marokkaanse slager, de Hollandse bakker en de Turkse supermarkt.”
De leukste buurt die er is
Hij vertelt vol enthousiasme over zijn buurt. “De Indische Buurt is de leukste buurt die er is, honderd procent. Het leukste aan de buurt is de diversiteit aan mensen. Je vindt me overal: in de bruine kroeg, het Surinaamse café, de hippe tent. Ik ga naar de Marokkaanse slager, de Hollandse bakker en de Turkse supermarkt. Dat vind ik leuk, daar geniet ik elke dag van. Ook ken ik iedereen, iedereen groet me, ik sta ervoor open om met iedereen in gesprek te gaan. Voor mijn werk kom ik in veel verschillende buurten, maar er is geen leukere buurt dan de Indische Buurt, want er gebeurt hier altijd wat.”
Helaas ziet hij ook dat bepaalde groepen langs elkaar heen leven. “Er zijn veel buurtinitiatieven verdwenen. Nu zie je wel veel mooie cafés, maar die zijn gemaakt voor een bepaalde doelgroep en daar mixen mensen niet. Dat vind ik jammer. Dat zie ik met de jongeren ook. De jongens in de buurt zien veel welvaart om zich heen, maar zelf hebben ze het niet. En dan gaan ze het verkeerde pad op omdat ze weinig kansen hebben.”
“Toen kwam ik erachter dat niemand eigenlijk wat organiseert voor de jeugd. En zodoende dacht ik: Laat ik maar zelf een stichting beginnen.”
Eigen stichting
Elhoussaine begon zijn eigen stichting om de jongens in zijn buurt te helpen. “Op mijn werk in de jeugdzorg zag ik steeds kids uit mijn wijk voorbijkomen. Ik dacht: ‘Dat is vreemd, waar komen die problemen vandaan?’. Toen ben ik met ze in gesprek gegaan over waarom ze daar terecht kwamen. Heel vaak kreeg ik te horen dat er is niks te doen is in de buurt. Toen dacht ik: ‘Shit man, is er niks te doen in de buurt?’. Zo heb ik dat zelf nooit ervaren, dus ik ging een beetje op onderzoek naar wie wat doet voor de jongeren. Toen kwam ik erachter dat niemand eigenlijk wat organiseert voor de jeugd. En zodoende dacht ik: ‘Laat ik maar zelf een stichting beginnen’.”
Groen voor ontmoeting en verkoeling
Elhoussaine houdt van tuinieren. Hij heeft een voor- én achtertuin. “Ik heb een perenboom, een appelboom en ik heb ook kersen en vijgen. Ik heb mezelf het tuinieren aangeleerd en vind het heel leuk om te doen. Ik heb ook bosjes bieslook en kruiden.” Hij zou het fijn vinden als er meer groen in de buurt kwam, maar wel met de functie dat mensen elkaar kunnen ontmoeten. “De gemeente moet bedenken wat ze willen met het groen. Het moet een plek zijn voor mensen om bij elkaar te komen. Ik kom op meerdere pleinen en soms staat het groen er maar, dan denk ik: ‘Het moet meer gebruikt worden. Het moet een functie hebben’.”
“De stenen op de straten en de muren houden de warmte vast. De wereld verandert en we hebben echt meer groen nodig.”
In zijn eigen huis merkt Elhoussaine niet veel van hitte, maar op de pleinen in zijn buurt wel. “De stenen op de straten en de muren houden de warmte vast. De wereld verandert en we hebben echt meer groen nodig.” Ook kent hij mensen uit de buurt die zich inzetten voor meer groen. “Ik heb een leuke buurman, hij heet Rens. Hij heeft een paar jaar geklaagd bij de gemeente, maar nu komt er een geveltuin. De langste geveltuin van Nederland. Hij vond ook dat er bomen moesten komen hier op het plein, voor schaduw. De bomen zijn nu geplant. Je moet iemand hebben die erachteraan gaat, iemand zoals Rens. Ik heb daar echt respect voor.”
“Het mooiste zou zijn als we de jongeren uit de buurt inzetten om het tegen de mensen te vertellen. Als zij het aan de mensen vertellen zullen ze gaan juichen! Dan vergeten ze nooit meer dat ze een blauw-groen dak hebben.”
De jongens uit de buurt laten de daken leven
Elhoussaine vindt het fantastisch dat er blauw-groene daken komen in zijn buurt en hij hoopt dat de bewoners erbij betrokken zullen worden. “Wat ik het mooie zou vinden is dat mensen echt beseffen van: ‘Hé, we hebben dit op ons dak’. Want heel vaak kwamen mensen er pas laat achter dat er zonnepanelen waren. Ze kregen wel een brief, maar die lezen ze niet. Als iemand het ze vertelt, wat er allemaal gebeurt met zonnepanelen en blauw-groene daken, dat zal het project toejuichen! Het mooiste zou zijn als we de jongeren uit de buurt inzetten om het tegen de mensen te vertellen. Als zij het aan de mensen vertellen zullen ze gaan juichen. Dan vergeten ze nooit meer dat ze een blauw-groen dak hebben! Twee vliegen in een klap. De hele buurt kent die jongens, dat is het leukste wat er is.